Of u nu koopt, huurt of leaset, wanneer u als bedrijfsleider kiest voor een elektrisch wagenpark, geniet u van verschillende fiscale voordelen. Ook de installatie van laadpalen bij de werknemers thuis of op uw bedrijfsterrein is financieel voordelig. De federale regering wil tegen 2026 zoveel mogelijk bedrijfswagens CO2-neutraal maken. Nu is dus het moment om de overstap naar een 100% elektrisch wagenpark te maken.
Let op: Het zero-emissiebeleid is geen fan van plug-in hybrides. Die fiscale voordelen worden tussen 2023 en 2028 stelselmatig afgebouwd, tot er niets meer van overblijft. 100% elektrische bedrijfswagens blijven wel van verschillende voordelen genieten.
Elektrische bedrijfswagens zijn 100% fiscaal aftrekbaar
Als bedrijf of vennootschap geniet u van een 100% fiscale aftrekbaarheid van het aankoop-, huur- of leasebedrag voor volledig elektrische bedrijfswagens – tenminste tot en met 31 december 2026, daarna bouwt het aftrekpercentage elk jaar een beetje af, afhankelijk van het jaar van aankoop, huur of lease, zoals in onderstaand overzicht:
- 2027 – fiscale aftrek: 95%
- 2028 – fiscale aftrek: 90%
- 2029 – fiscale aftrek: 82,5%
- 2030 – fiscale aftrek: 75%
- 2031 – fiscale aftrek: 67,5%
Die aftrekbaarheid geldt trouwens ook voor verwante kosten zoals onderhoud, verzekeringen, enzovoort.
De elektriciteitskosten voor het verbruik van een elektrische bedrijfswagen zijn ook voor 100% fiscaal aftrekbaar wanneer de wagen wordt aangekocht, gehuurd of geleaset voor 1 januari 2027.
Daarnaast zijn ook de installatiekosten van laadpalen 100% aftrekbaar tot en met 2029. Vanaf 2030 is de fiscale aftrek beperkt tot 75%. De aankoop- of leasekosten van (elektrische) bedrijfsfietsen – inclusief speedpedelecs – blijven 100% aftrekbaar.
Wie in emissievrije vrachtwagens en aangepaste laad-/tankinfrastructuur investeert, kan voor de aankoop en installatie daarvan ook gebruikmaken van een éénmalige verhoogde investeringsaftrek. Die bedroeg nog 42% voor investeringen in 2023 (aanslagjaar 2024), maar wordt steeds verder afgebouwd. Ondernemingen van wie het boekjaar niet samenvalt met het kalenderjaar en afsluit voor 31 december 2024 (aanslagjaar 2024) komen sinds 1 januari 2024 nog in aanmerking voor een investeringsaftrek van 36,5%. Voor investeringen in 2024 (aanslagjaar 2025) bedraagt dit tarief nog 31,5%.
Hou de fiscale voordelen van elektrisch vervoer in de gaten via de website van de Vlaamse overheid.
100% fiscale aftrekbaarheid voor publieke laadstations
Om de ambitieuze doelstelling van 2026 te halen, moet onze overheid een inhaalbeweging maken. Daarom kunnen ondernemingen die investeren in publiek toegankelijke laadstations rekenen op een fiscale aftrekbaarheid van 100%. Investeringen die voor 1 september 2024 gebeurden, konden bovendien nog genieten van een verhoogde kostenaftrek.
Om daarvan te kunnen genieten, moet uw laadpaal moet wel aan enkele voorwaarden voldoen:
- De laadpaal moet vrij toegankelijk zijn voor derden.
- Enkel nieuw geplaatste, vaste laadpalen komen in aanmerking voor de steun (dus geen laadkabels).
- Het moet gaan om een slimme laadpaal die zijn gebruikers kan informeren over zijn werkelijke oplaadcapaciteit en -status.
- De laadpaal moet over een periode van minstens vijf jaar afgeschreven worden.
2 laadpalen verplicht op parkings voor +20 wagens
In Vlaanderen is wettelijk vastgelegd dat er voldoende laadinfrastructuur moet komen voor elektrische voertuigen. Vanaf 1 januari 2025 moeten parkeerterreinen van niet-woongebouwen met meer dan twintig parkeerplaatsen daarom minimaal twee laadpalen hebben. Voor grondige verbouwingen en nieuwe bouwprojecten zijn de vereisten nog strikter: parkeerplaatsen voor meer dan tien voertuigen moeten ten minste twee laadpunten hebben. Daarnaast moet één op de vier parkeerplaatsen voorbekabeld zijn om eenvoudig extra laadpunten te kunnen toevoegen in de toekomst.
Snellaadpalen op uw publieke parking
Beschikt uw onderneming over een publieke parking waar veel bezoekers passeren? Dan komt u misschien in aanmerking voor de gratis installatie van publieke snellaadpalen. De kosten en het beheer zijn voor Luminus, terwijl u uw gasten meer gebruiksgemak biedt en bijverdient aan hun laadbeurt. Ontdek of u hiervoor in aanmerking komt.
Registratieplicht voor laadpalen
Plaatst u een nieuwe laadpaal of brengt u significante wijzigingen aan? Dan bent u verplicht om dat te melden bij uw netbeheerder.
- De laadpalen die op een bedrijfsterrein worden geplaatst, moeten door de werkgever worden aangemeld.
- De laadpalen die bij werknemers thuis worden geïnstalleerd, moeten door de werknemer worden aangemeld
In Vlaanderen geldt de meldplicht enkel voor nieuwe laadpalen met een vermogen van tenminste 5 kVa. In Wallonië moeten alle netgebruikers met een oplaadpunt hun netbeheerder op de hoogte brengen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is men vanaf 1 januari 2024 verplicht om een geïnstalleerd laadstation te registreren.
Registreer uw laadpaal in Vlaanderen bij Fluvius, in Brussel bij Sibelga en in Wallonië bij Ores, Resa, AIEG, AIESH of REW.
Einde vrijstelling BIV voor elektrische auto’s
In Vlaanderen betaalt u vandaag nog geen Belasting op Inverkeerstelling (BIV) bij de aankoop van een 100% elektrische auto. Daar komt weldra verandering in. De vrijstelling wordt vanaf 2025 immers afgebouwd om de begroting terug ietwat in balans te krijgen. De exacte bedragen zijn bij het schrijven van dit artikel nog niet bekend. Let wel, deze aangepaste maatregel geldt enkel voor nieuwe wagens. Wie vandaag al een elektrische (bedrijfs)auto heeft, krijgt geen BIV-factuur voorgeschoteld.
In Brussel wordt de BIV berekend aan de hand van de fiscale PK, voor elektrische wagens betaalt u evenwel het minimumtarief, ongeacht het vermogen. Goed om te weten: de BIV-bedragen voor Brussel zijn op 1 juli 2024 voor het eerst (sinds 2019) geïndexeerd. Bovendien is de kans groot dat dit vanaf nu jaarlijks zal gebeuren.
In Wallonië betaalt u tot 30 juni 2025 ook een minimumbedrag voor BIV van elektrische wagens. Vanaf 1 juli 2025 wordt er een nieuwe berekeningsformule voor de BIV ingevoerd. Die baseert zich op het motorvermogen, de CO2-uitstoot, het gewicht van het voertuig en de brandstofsoort. Het resultaat? Elektrische auto’s worden zwaarder belast. Ze stoten dan wel geen CO2 uit, maar zijn doorgaans zwaarder in gewicht door hun batterij. Wie een elektrische bedrijfswagen leaset, valt niet onder deze regeling.
Om oneerlijke concurrentie te vermijden tussen leasingfirma’s in de verschillende gewesten, volgen leasingfirma’s het BIV-systeem van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bepaald door de motorinhoud en het vermogen.
Jaarlijkse verkeersbelasting vanaf 2025
Met een 100% elektrische wagen bent u vandaag in Vlaanderen volledig vrijgesteld van verkeersbelasting. Ook dat is weldra voltooid verleden tijd. Deze gunstmaatregel verdwijnt binnenkort. Het is echter nog niet duidelijk of de huidige chauffeurs van elektrische wagens ook al verkeersbelastingen moeten betalen of dat dit enkel geldt bij nieuw aangeschafte elektrische auto’s.
In Wallonië en Brussel geldt er opnieuw een minimumbedrag voor de jaarlijkse verkeersbelasting, op heden is er nog geen weet van wijzigingen aan deze regelgeving.
Bestelwagens
Voor bestelwagens betaalt u in België sowieso geen BIV, elektrisch of niet. Voor de verkeersbelasting is er wel een verschil. Voor een 100% elektrische bestelwagen betaalt u geen verkeersbelasting in Vlaanderen. In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hangt die belasting af van de maximaal toegestane massa variërend van € 38,64 tot € 148,76.
Vanaf 2025 wordt de investeringsaftrek grondig hervormd. Bedrijven zullen kunnen genieten van een belastingvoordeel voor investeringen in koolstofemissievrije vervoersmiddelen (o.a. bestelwagens en vrachtwagens op waterstof).
Deze nieuwe aftrek geeft zelfstandigen en kmo’s de mogelijkheid om investeringen tot 40% fiscaal af te trekken, grote vennootschappen zullen kunnen genieten van een lager tarief (30%). Ook investeringen in efficiënt en zuinig energieverbruik, hernieuwbare energie en groene technologie (bv. energiemonitoringsoftware) vallen onder dit voordeel.
Lager Voordeel van Alle Aard (VAA) op elektrische auto’s
Het Voordeel van Alle Aard (VAA) voor elektrische bedrijfswagens die privé gebruikt worden, valt vrijwel altijd lager uit dan voor een gelijkaardig voertuig met een traditionele brandstofmotor, omdat dat wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot van de wagen. Hoe werkt dat?
De CO2-coëfficiënt in de berekeningsformule van het VAA wordt namelijk enerzijds bepaald door de uitstoot van uw wagen en anderzijds door de referentie-C02-uitstoot, die jaarlijks aangepast wordt aan de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw ingeschreven voertuigen.
Ligt de uitstoot van uw wagen hoger dan de referentie-uitstoot, dan verhoogt ook uw CO2-coëfficiënt en het voordeel dat u wordt aangerekend, en vice versa voor een lagere uitstoot.
De referentie-CO2-uitstoot ligt in 2024 opnieuw lager dan het jaar voordien: 65 g/km voor dieselauto’s (i.p.v. 67 g/km in 2023) en 78 g/km voor wagens met benzine-, LPG- of aardgasmotoren (i.p.v. 82 g/km in 2023). Aangezien daardoor de CO2-coëfficiënt van de meeste bedrijfswagens hoger ligt, zullen de eigenaars van een niet CO2-neutrale bedrijfswagen meer VAA aangerekend worden.
De elektrische wagen ontsnapt eraan
Terwijl de rekening voor traditionele wagens nog hoger wordt, blijft de elektrische wagen gespaard van die extra kosten. Omdat de CO2-uitstoot van een 100% elektrisch voertuig nul is, wordt bij de berekening van het VAA namelijk rekening gehouden met de laagste CO2-coëfficiënt: 4%.
Indien de berekeningsformule met de minimum CO2-coëfficiënt een te laag VAA oplevert, dan valt u terug op het minimum-VAA van € 1.600 voor kalenderjaar 2024 (i.p.v. € 1.540 in kalenderjaar 2023). Door dit lagere voordeel wordt uw medewerker dus ook privé minder belast.
- Het VAA omvat naast het gebruik van de wagen ook de laadpaal en het elektriciteitsverbruik. Aangezien de laadpaal thuis meestal is aangesloten op het private elektriciteitsnet van de gebruiker, mag u als vennootschap of werkgever dit verbruik, onder bepaalde voorwaarden, belastingvrij terugbetalen.
- De terbeschikkingstelling van elektrische fietsen wordt volledig vrijgesteld van de aanrekening van een VAA, op voorwaarde dat ze ook effectief gebruikt worden voor regelmatig woon-werkverkeer (min. 20% van de woon-werkverplaatsingen). Wanneer u er louter privéverplaatsingen mee maakt, zal u toch een VAA aangerekend worden.
Merk op dat vanaf aanslagjaar 2025 deze vrijstelling van het Voordeel van Alle Aard voor een bedrijfsfiets enkel nog genoten wordt wanneer een werknemer of een bedrijfsleider zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst.
Ontdek de andere fiscale en financiële voordelen van elektrische bedrijfswagens.
Solidariteitsbijdrage
Ook handig om te weten: als u als werkgever een bedrijfsvoertuig ter beschikking stelt aan uw medewerker, bent u een solidariteitsbijdrage (of CO2-bijdrage) verschuldigd. Dat bedrag is gebaseerd op de CO2-uitstoot. De taks wordt per maand berekend en per kwartaal betaald aan de RSZ.
De bijdrage verhoogt vanaf 1 januari 2025 jaarlijks voor bedrijfswagens met een CO2-uitstoot aangekocht, gehuurd of geleaset vanaf 1 juli 2023. Elektrische bedrijfswagens aangekocht, gehuurd of geleaset vanaf 1 juli 2023 zullen vanaf 1 januari 2025 een jaarlijkse verhoging kennen van de maandelijkse minimumbijdrage. Voor alle wagens aangekocht, gehuurd of geleaset voor 1 juli 2023 verandert de berekeningsmethode niet. Meer info vindt u hier.
Informeer bij uw gemeente of gewest naar lokale premies
Sommige lokale overheden (steden, gemeenten en gewesten) bieden onder bepaalde voorwaarden premies en subsidies aan voor het aankopen of leasen van 100% elektrische wagens.
In Wallonië hebt u bijvoorbeeld recht op provinciale en regionale premies voor de aankoop van een elektrische fiets, terwijl u in Brussel een LEZ-premie tot wel € 16.000 ontvangt voor de vervanging van een vervuilend bedrijfsvoertuig.